’s Ochtens wordt ik meestal door de wekker gewekt. Ik lig dan nog 5 minuten met m’n ogen dicht en dank God voor de nieuwe dag. Ik omarm de dag en zeg welkom. Ik begroet de nieuwe dag meestal blij en zie uit wat deze te bieden heeft.
In Nederland heten we op dit moment veel nieuwe asielzoekers welkom. Niet iedereen is blij met hun komst, maar voor mij zijn ze welkom. Stel je eens voor dat je huis en haard en familie moet achter-laten om na kilometers lopend en gevaren trotserend jezelf in veiligheid moet brengen. Stel je eens voor dat je in een land terecht komt zonder veel spullen, kleding en eten en de taal noch cultuur kent. Je bent ontheemd, moe en misschien verdrietig. Wat is het dan fijn om welkom geheten te worden, een bed en eten en drinken en een luisterend oor te krijgen. Jezus zegt immers in Matteüs 25 vers 35 en 40.
“Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op,” … “En de koning zal hun antwoorden: Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.”
Afgelopen week hebben we Sinterklaas en zwarte Piet ook weer met een feestelijk welkom onthaald. Ik zit niet meer voor de TV of aan de waterkant om de boot te zien komen, maar ik vind het wel een mooie traditie.
December is een maand met vele tradities.
We heten Jezus welkom als baby in een kribbe. Jozef en Maria waren ook naar een vreemd gedeelte van het land gereisd. In Bethlehem waren ze niet welkom in de herbergen, want er was geen plaats meer. Een stal werd het, waar Jezus werd geboren en in doeken gewikkeld. De herders in het veld gingen Jezus als eerste begroeten en later kwamen de wijzen uit het oosten Hem aanbidden. Wat een prachtig welkom. Daar houd ik van, en op 1 januari zal ik het nieuwe jaar weer verwelkomen.
Laten we zingen “Nu zijt wellekome, Jesu, lieve Heer”.
Wat een heerlijke maand is december toch…
Carin van Buitenen